‘Toen ik jong was, kon ik er niets van’
Sven Kramer verschijnt tijdens de laatste dag van de World Cup in Heerenveen niet op het ijs voor een wedstrijd, maar kreeg zondag toch nog een zware taak voor de kiezen. Hij moest tijdens de kids persconferentie een spervuur aan scherpe vragen zien te beantwoorden.
Omringd door kinderen zit Sven Kramer zondag aan het begin van de middag op een poef op het grote podium van het KPN Clubhuis. De vragen van jonge schaatsertjes uit het hele land gaan in eerste instantie over vrije tijd, huiswerk en wat de schaatser van Team LottoNL-Jumbo later wil worden. Kramer maakt de kinderen duidelijk hoe hij al zijn hele leven voor het schaatsen heeft geleefd. “Huiswerk? Wat is dat?”, vraagt hij met een glimlach. Hij geeft vervolgens snel aan dat hij een grapje maakte door te benadrukken dat alle aanwezige kinderen hun school af moeten maken. “Op de middelbare school had ik wel wat moeite met het combineren van het schaatsen met mijn huiswerk, maar op latere leeftijd werd ik daarbij geholpen door de school waarop ik zat.”
Pootje over
Toch wist Kramer pas toen hij een jaar of 15 was dat hij het kon redden als topschaatser. “Toen ik jong was, kon ik er helemaal niets van”, zegt hij met de nodige zelfspot. “Jullie zijn waarschijnlijk allemaal beter dan ik was op jullie leeftijd.” Hij bezorgt de journalisten in spé er de nodige trots mee en dat herhaalt Kramer vervolgens als een 8-jarig meisje hem vraagt wanneer hij voor het eerst pootje over deed. “Het heeft wel even geduurd voordat ik dat kon”, geeft hij eerlijk toe om vervolgens de wedervraag te stellen. Het meisje heeft het al onder de knie en rijdt de 100 meter bovendien al in 24 seconden. Daarmee verdient ze een enthousiast applaus van Kramer zelf.
Behalve vragen over voeding, training en huiswerk, moet Kramer prompt ook nog een hele serieuze vraag beantwoorden. “Hoe het komt dat er nog zo weinig kinderen op schaatsen gaan?”, herhaalt hij de vraag. “Er wordt de laatste tijd door veel mensen niet zo leuk over schaatsen gesproken. Dat moeten we met z’n allen proberen om te draaien. Ik hoop dat iedereen weer positief kan zijn over deze sport.”