Groenewegen 4e in lastige massasprint van Tour de France etappe 4

Dylan Groenewegen is in de oplopende finishstraat in Limoges naar de vierde plaats gesprint tijdens de vierde etappe van de Tour de France. De Nederlands kampioen van Team LottoNL-Jumbo moest in de hectische finale van ver komen, maar kwam met een sterke sprint nog dicht bij de top-3. Marcel Kittel (Etixx - Quick Step) won.

 

“Er zit verbetering in”, concludeerde Dylan Groenewegen terwijl hij bij de bus van Team LottoNL-Jumbo zat bij te komen van zijn lange eindsprint. “Het was pittig, vandaag, maar we hebben en het goed gedaan met de ploeg. Dit keer ben ik wel tevreden. Ik voelde me niet heel sterk, maar Sep Vanmarcke zei tijdens de rit dat ik daar wel doorheen zou komen. Ik heb me eroverheen gezet en ben ervoor gegaan. Aan het einde zaten we nog met z’n vieren vooraan, ik raakte in de sprint even klem, maar kreeg daarna de ruimte en kon nog vierde worden. Ik kwam van best ver, maar maakte veel goed. Het is m’n eigen schuld dat ik van zo ver moest komen, dan had ik maar meer van voren moeten zitten. Mijn sprint was daarna wel weer sterk, dus dit belooft wat voor de volgende ritten.”

 

Groenewegen kwam in zijn voorbereiding op de sprint genoeg hindernissen tegen. In de hectische finale sprong hij zelfs nog over een vluchtheuvel heen. “Ik hou niet zo van remmen, dus ik besloot te springen”, vervolgde hij. “Als alle puzzelstukjes in elkaar vallen, kan het zomaar dat ik ineens een etappe win, deze Tour.”

 

Knap van Dylan

Sep Vanmarcke was ook enthousiast over de prestatie van zijn sprinter. “Het was een zware, hectische finale”, zei de Belg. “We wilden ons eerst zo goed mogelijk verzamelen. Dat is niet makkelijk als het heel de tijd bergop, bergaf, naar links en naar rechts gaat. We verloren Robert Wagner ook nog door een lekke band. Ik vind het knap dat Dylan deze finale overleefde, want het was echt pittig. Deze vierde plaats is een mooi resultaat. We schuiven langzaam op als ploeg. We kunnen hem heel ver brengen en zijn sprint is goed.”

 

Vanmarcke, die zelf uiteindelijk nog twaalfde werd, dacht dat Dylan in de laatste meters nog in zijn wiel zat, maar dat was niet het geval. “Het leek goed uit te komen toen Timo Roosen, Sep en Dylan weer bij elkaar kwamen”, zei ploegleider Merijn Zeeman. “Toen Sep een actie naar voren maakte, kwam Dylan echter klem te zitten en verloor hij het wiel van Sep. Timo maakte vervolgens een hele sterke actie door hem weer in stelling te brengen. Ze zijn links opgestoomd. Dylan moest uiteindelijk wel een stuk eerder beginnen met sprinten dan bijvoorbeeld Kittel, maar leverde een indrukwekkende eindspurt af.”

 

Improviseren

“Toen ik de sprint voor Dylan aantrok, voelde ik hoe zwaar het vandaag was”, beoordeelde Timo Roosen. “Het liep omhoog en we hadden wind tegen, dus ik zakte er snel doorheen. Toch heb ik hem redelijk goed af kunnen zetten, al moest hij van ver komen. Het was erg lastig vandaag. Er zaten pittige klimmetjes in de finale en we hebben moeten improviseren om hem goed af te kunnen zetten.”

 

Dat zorgde na afloop voor tevredenheid bij Merijn Zeeman. “Wat we nu aan het doen zijn, was onze doelstelling vooraf”, gaf de ploegleider aan. “We doen mee, ervaren hoe er gesprint wordt in de Tour de France en leren daarvan. Dat is wat we hier willen en dat kan alleen als je er vol voor gaat en de doelstelling hebt om te winnen. Ik besef dat we nog tijd nodig hebben, maar ik vind dat we ons snel ontwikkelen.”

 

Beklimmingen

Woensdag eindigt de 5e etappe in de Tour de France waarschijnlijk niet in een massasprint. “Dan rijden we over een lastig parcours met twee zware beklimmingen in de finale”, oordeelde Zeeman. “Wilco Kelderman kan dat goed aan en George Bennett ook.”

Related updates